Wat zijn IOPS?
IOPS, een afkorting van Input/Output Operaties Per Seconde, is een graadmeter voor de prestaties van opslagmedia zoals harde schijven. Hoe hoger het aantal IOPS, hoe sneller gegevens kunnen worden verwerkt. Daarbij maakt men onderscheid tussen sequentiële en willekeurige lees- en schrijfoperaties.
Data kan door de computer vanaf een schijf gelezen (read) of erop geschreven (write) worden. Het wegschrijven van gegevens is kostbaarder dan lezen omdat er voor één schrijfoperatie meerdere suboperaties nodig zijn, bijvoorbeeld voor het toewijzen van schijfruimte. Bij een leesoperatie hoeft het systeem daarentegen alleen de locatie en inhoud van de data op te vragen. Het aantal Read IOPS is daarom doorgaans hoger dan het aantal Write IOPS.
Het aantal IOPS wordt bovendien bepaald door de volgorde van de uit te lezen of weg te schrijven gegevens op de schijf. Sequentiële lees- of schrijfoperaties, waarbij de gegevens naast elkaar staan, zijn sneller dan willekeurige (random) operaties waarbij ze over de schijf verspreid staan.
Voor een traditionele harde schijf wordt het aantal IOPS grotendeels bepaald door de snelheid waarmee de fysieke schijf ronddraait (RPM, voor omwentelingen per minuut), en de interface waarmee het met de computer is verbonden, zoals SATA of SAS. Een schijf met 7.200 RPM op een SATA-II interface behaalt gemiddeld ongeveer 100 IOPS. Voor een SSD, een nieuwer type schijf waar geen bewegende onderdelen in zijn verwerkt en daardoor veel sneller gegevens kan verwerken, geldt dat de prestaties vooral bepaald worden door de kwaliteit van de interne controller en geheugeninterface. De gemiddelde SSD behaalt enkele duizenden IOPS. Met de SSD-technologie en interfaces zoals PCIe en iSCSI zijn miljoenen IOPS echter ook haalbaar.
Het aantal IOPS is onder meer te meten met programma's zoals FIO en IOmeter.