Wat is geheugen (RAM)?
Geheugen, ook wel computergeheugen of random-access memory (RAM) genoemd, is een vorm van data-opslag waarbij gegevens tijdelijk in chips worden weggeschreven. Omdat het mogelijk is om op elk willekeurig punt in het geheugen gegevens weer op te vragen, is het een relatief snelle vorm van opslag.
Wanneer gegevens op een traditionele harde schijf, CD of DVD staan opgeslagen, moet de computer bij elk verzoek voor bepaalde informatie de hele (fysieke draaiende) schijf uitlezen, vanaf het punt waar het gebleven was, tot het de betreffende informatie tegenkomt. Dit proces verloopt vele malen langzamer dan bij random-access memory. Waar een opslagmedium zoals een harde schijf echter alle opgeslagen gegevens voor lange tijd kan vasthouden, raakt een geheugenchip al zijn informatie kwijt op het moment dat het stroom verliest, bijvoorbeeld wanneer de computer wordt uitgezet.
Besturingssystemen maken daarom vooral gebruik van het geheugen om er veelbevraagde of actief gebruikte gegevens, zoals draaiende software of documenten waarin gewerkt wordt, tijdelijk in op te slaan (caching), met als doel het algehele computergebruik te versnellen. Wanneer hier te weinig geheugen voor beschikbaar is, kan een systeem eventueel de langzamere harde schijf gebruiken voor tijdelijke opslag. Dit wordt swapping genoemd.
Met de komst van de Solid State Drive (SSD), een type harde schijf dat qua technologie vergelijkbaar is met een USB-stick en net als RAM geen bewegende delen meer bevat, is het verschil in snelheid tussen harde schijven en geheugenchips kleiner geworden. RAM is echter nog altijd vele malen sneller.