Wat is een poort?

Binnen de context van computernetwerken is een poort een genummerd eindpunt voor de communicatie met een specifieke applicatie in een besturingssysteem. Dat wil zeggen dat deze applicatie via de aangewezen poort rechtstreeks gegevens over het netwerk kan ontvangen.

Een ander apparaat dat via een netwerk zoals het internet met deze applicatie wil communiceren, maakt gebruik van een combinatie van het IP-adres van het systeem en het toegewezen (of gekozen) poortnummer, van elkaar gescheiden door middel van een dubbele punt, zoals 84.22.98.212:80.

Eén systeem kan over meerdere poorten beschikken, variërend van 1 tot 65535, maar de combinatie van een IP-adres en poortnummer moet uniek zijn: het is niet mogelijk om meerdere applicaties een poort te laten delen, omdat dan onduidelijk is welke applicatie het dataverkeer moet ontvangen.

Een uitzondering is dat verschillende protocollen, zoals TCP en UDP, wel een poort kunnen delen. Vaak wordt dat gedaan voor eenzelfde applicatie, zoals DNS op poort 53, maar dit is geen vereiste. De toegang tot een specifieke poort kan, per protocol, met behulp van een firewall beperkt worden.

Een aantal poorten zijn doorgaans gereserveerd voor specifieke doeleinden. Bekende voorbeelden hiervan zijn poort 80 voor inkomend HTTP-verkeer, 443 voor HTTPS, 20 en 21 voor FTP, 22 voor SSH, 25 voor SMTP, en anderen. Poorten vanaf 1024 zijn in de regel niet gereserveerd, en dus vrij te gebruiken.

In de context van computerhardware is een poort een speciale in- of uitgang op een apparaat waar een kabel of stekker ingeplugd kan worden om communicatie met een ander apparaat mogelijk te maken. Voorbeelden hiervan zijn USB-, stroom-, hoofdtelefoon-, microfoon- en netwerkpoorten.