Wat is een HDD?
HDD staat voor Hard Disk Drive, een opslagmedium dat gebruik maakt van een snel-roterende en met magnetisch materiaal bedekte platte schijf waarop, en een bedieningsarm waarmee, gegevens uitgelezen en weggeschreven kunnen worden. Gegevens blijven bewaard nadat het apparaat is uitgeschakeld.
De snelheid waarmee deze schijf roteert, wordt uitgedrukt in Revolutions Per Minute (RPM), oftewel het aantal omwentelingen per minuut. Hoe lager het aantal RPM, hoe langer het duurt voordat de opgevraagde sector op de schijf door de bedieningsarm gelokaliseerd kan worden. Deze vertraging noemt men latency. De meeste harde schijven in PC's en laptops voor consumenten hebben tegenwoordig een RPM-waarde van 5.400 of 7.200, maar er zijn ook schijven met een RPM van 10.000 of 15.000. Een schijf met een hoger aantal RPM produceert doorgaans meer geluid en verbruikt meer stroom.
Een HDD wordt met behulp van een interface-kabel aan een computersysteem gekoppeld. Voorbeelden van interface-protocollen zijn SATA en SAS. Als de opslag direct met een kabel aan het systeem wordt verbonden, spreken we van Directly Attached Storage (DAS). Deze verbinding kan echter ook via een netwerk worden opgezet, in de vorm van Network Attached Storage (NAS) of een Storage Area Network (SAN).
Met de nieuwere Solid State Drive (SSD), die geen bewegende delen bevat en daardoor stiller en zuiniger is, kunnen over het algemeen hogere snelheden worden behaald dan met een HDD. Per gigabyte schijfruimte bekeken zijn SSD's echter nog relatief duur. Daardoor wordt ook wel gekozen voor een combinatie van een HDD en SSD, een zogeheten SSHD of hybride schijf. Hierbij worden nieuwe en kopieën van veelvuldig opgevraagde bestanden tijdelijk opgeslagen op een (kleine) SSD, zodat ze tijdens het bewerken of bij een volgend verzoek sneller uitgelezen of bewerkt kunnen worden.
De snelheid waarmee opslagmedia zoals een HDD of SSD gegevens kunnen uitlezen en wegschrijven wordt doorgaans uitgedrukt in IOPS.